Parasha 8 Vayislach   En hij zond


Lezen Genesis 32:3-36:43; Obadja 1:1-21; Hebreeën 11:11-20


Jakob is aangekomen in Machanaïm, met de betekenis ‘twee legers’, ‘twee kampen’. Door dit te noemen raak ik iets aan wat me moeite kost bij het lezen van de Parasha, of beter gezegd bij de opdracht die ik mezelf heb gegeven. “Beschrijf de lijn van de Parasha zoals je het dit jaar ziet; en benoem de parels”. “Doe geen uitgebreide studie”. Daar lig elke keer weer een moeite of zwakte. Tijd nemen voor naslag zou het niveau verhogen. Wat is de naambetekenis van Israël, Pniël? Waarom staat het geslachtsregister van Esau vermeld? Soms kan ik me bijna niet inhouden. Maar er komen meerdere jaren…In ieder geval: Jakob ging uit.

Wat is de lijn, of zijn parels deze week? Wat sprong er voor mij uit?


Genesis 32:4 En hij zond boden naar Esau. Boden hebben hetzelfde Hebreeuwse woord als engelen. Het is opvallend dat Jakob als 1e denkt aan Esau en actie onderneemt. Maar eigenlijk ook niet!

Genesis 32:5,6 De boden zijn amper op weg of ze keren terug. “Esau komt met 400 man”. Jakob werd zeer bevreesd en bang te moede. Hij verdeelt het in twee  kampen.

Twee kampen: het is een lijn die steeds terugkeert in deze Parasha. Het kamp van Esau en het kamp van Jakob. Jakob verdeelt zijn kamp in twee groepen. Trouwens kamp heeft één mooie betekenis: strijd, worsteling.

Genesis 32:9-12 Een mooi gebed van Jakob. Het stormt in zijn hoofd, de eerste acties heeft hij al ondernomen, nu gaat hij bidden. Bidden om kracht, maar ook de titel van de Parasha ‘En Hij zond’ komt terug. ‘U zei toch dat ik terug moest keren, U zond mij’.

Genesis 32:13a Het werd donker. De nacht kwam over Jakob.

Genesis 32:13b-18 Jakob maakt een geschenk klaar. Niet een klein presentje, maar van de rijkdom van Jakob worden geboden gezonden om dit geschenk van honderden dieren naar Esau te brengen. Dat is een mooi gebaar. Zal dat Esau rustig maken?

Genesis 32:19-21 Tot in de puntjes bereidt Jakob het geschenk en de ontmoeting voor. Het is Jakobs wijze van verzoenen, lezen we. Kan hij, kan de mens zo’n diep conflict zelf verzoenen? Of moet Hij iemand zenden?

Genesis 32:22 Nog steeds is het donker.

Genesis 32:23,24 Jakob bracht zijn beide vrouwen, slavinnen, zonen naar de overkant van de rivier Jabbok. Alleen blijft hij achter. Een hele nacht worstelt hij met een man totdat het licht werd? Wie is de man, met wie hij kampte? Tijdens die kamp werd zijn heup ontwricht. Hij zou voortaan mank door het leven gaan.

Genesis 32:25-30 Jakob lijkt iets te herkennen. Zegen mij! Jakob krijgt een nieuwe naam: Israël. Dat betekent onder meer ‘hij strijdt met God’. Het wordt een ontmoeting van aangezicht tot aangezicht. Pniël. Ja, dan wordt het licht, de zon komt op. (vers 31) De nacht is voorbij.

Genesis 33:1,2 Esau nadert. Snel wordt zijn gezin in groepen verdeeld. Rachel en Jozef als laatst.

Genesis 33:3-7 Een imposant beeld moet dat zijn geweest. Vierhonderd man en Esau komen van de ene kant. Esau ziet de kudden, maar heeft er geen oog voor. Hij gaat voorbij het geschenk. Daar komt een man aan. Deze man buigt, opnieuw, nog een keer. Zeven maal. Dan die ontmoeting. Esau en Jakob omhelzen elkaar, ze huilen en Esau kuste Jakob. Vervolgens buigen de slavinnen, de kinderen, Lea, Rachel. Wat een imposant beeld!

Genesis 33:8-11 Met veel bezwaren accepteert Esau het geschenk.

Genesis 33:12-16 Esau nodigt Jakob uit mee om met hem mee te gaan. Nu is het Jakob die komt met bezwaren. Hij komt met een belofte die hij niet waar kan maken. Dieper wantrouwen komt weer tevoorschijn. In de uitnodiging om met hem mee te trekken, hoor ik de eenzame roep van Esau.

Genesis 33:18,19 Jakob gaat naar Sukkot, daarna naar Sichem (het huidige Nabloes, waar nu de Palestijnen wonen). Jakob koopt daar grond! Hij komt met een parel van een proclamatie: De God van Israël is God.

Genesis 34:1-10 In Sichem vinden vervolgens enkele dramatische of traumatische gebeurtenissen plaats. De zoon van de vorst van Sichem, met de naam Sichem ziet Dina. Hij neemt haar. Hij verkracht haar. Hij wil haar hebben. Zijn vader onderhandelt met Jakob. Jakob wil het eerst voor de zonen verbergen. Als de zonen het horen zijn die duidelijk in hun mening. Dit doet men niet.

Genesis 34:11 Ook hier komt een geschenk. Sichem is bereid het grootste geschenk te geven, als hij maar Dina krijgt..

Genesis 34:12-19 Twee kampen ontstaan. De zonen van Jakob staan op. Naar mijn mening om recht te doen. Ze kunnen geen relatie accepteren met een onbesnedene. In dit standpunt wat ik kan begrijpen, gaan ze heel ver. Alle mannen van de stad Sichem moeten zich besnijden.

Genesis 34:20-31 De mannen van Sichem gaan akkoord, maar realiseren zich niet dat het andere kamp, de zonen van Jakob, een list hebben verzonden. Op de dag met de meeste pijn, worden ze aangevallen en gedood. Dina wordt bevrijdt. Het zijn Simeon en Levi die het zwaard hanteren. Later, bij het sterven van Jakob, zal dit een groot gevolg hebben.

Genesis 34:30-31 Jakob is bang, maar God zorgt voor schrik (35:5).

Genesis 35:1 God roept Jakob om naar Bethel te gaan om daar een altaar te bouwen. Jakob gaat en geeft opdracht om alle afgoden op te ruimen.  

Genesis 35:10-13 God verschijnt! Opnieuw hoort Jakob zijn nieuwe naam: Israël en de belofte voor een groot nageslacht. Aan hem en het nageslacht wordt dit land gegeven.

Genesis 35:16-20 Het leven van Jakob is niet gemakkelijk. Rachel komt te overlijden na de bevalling. Zij hoort nog dat ze een zoon heeft gebaard en geeft het de naam Ben-Oni (=ongelukskind). Maar Jakob herstelt dit in Benjamin (gelukskind, zoon van de rechterhand)

Genesis 35:22 Opnieuw een gebeurtenis met verstrekkende gevolgen. Ruben gaat met Bilha, de bijvrouw van Jakob naar bed. Ruben zal later bij het sterven van Jakob de gevolgen merken.

Genesis 35:29 Bij Hebron aangekomen blijkt Isaak nog te leven. Hij sterft. Beide zonen, Esau en Jakob begraven hem. Over patronen gesproken: eerder begroeven Isaak en Ismaël hun vader Abraham.


Obadja Dit profetische boek over Edom en de volken heeft een duidelijke verbinding met de hoofdstukken uit Genesis. Edom krijgt stevige woorden te horen. Je zult klein onder de volken worden, Je hebt geen inzicht. Jouw instemmen met het lijden van Israël krijgt gevolgen. Naadloos gaat dit over naar een waarschuwing voor de volken. Jullie instemming, jullie klappen met de vijand, zodat Israël vernietigd wordt krijgt gevolgen.

Toch is er genade: op de berg Sion is er ontkoming. Een schitterende belofte. Lees vers 17


Hebreeën 11:20 Het laatste vers van deze Parasha eindigt met Isaak die Jakob en Esau een zegen gaf. Eerder hebben we gelezen dat er verschil in de zegen is. Esau en Jakob. De verzoening is er nog niet. Jakob stuurde een groot geschenk. De Vader zond het allergrootste geschenk: Zijn Zoon.