Parasha 1 In het begin   Bereshith           

     

Lezen Genesis 1 – 6:8; Jesaja 42:5 -43:10 en Openbaring 22:6-21


Het Loofhuttenfeest is voorbij. Dan wordt ook de laatste Parasha gelezen en het laatste hoofdstuk uit de Thora, Deuteronomium 34. Op het feest wordt tevens Genesis 1 gelezen, als beeld dat het leven doorgaat, het herhaalt zich, cyclisch. Vanaf het begin naar het eind en weer naar het begin.

En er is altijd een begin, er is altijd een nieuw begin. In de Parasha komt dit naar voren. God schiep, de zonde verstoorde de schepping. Steeds weer zie je de liefdesopeningen van God. Hij wilde de mensen van de aardbodem uitroeien, maar één man vond genade: Noach. Ook in de hoofdstukken van Jesaja zie je steeds weer Gods verlangen terug, om te herstellen. Natuurlijk is dit in Openbaring volledig zichtbaar.

Wat valt me meer op?


Genesis 1:1 In den beginne schiep God de hemel en de aarde. In het Hebreeuws zijn dit 7 woorden.

Genesis 1:14 Dit hoofdstuk over de schepping is zo bekend. Bij het lezen viel me vooral op de rol van de maan en de zon, dat ze tot aanwijzing zijn van vaste tijden, dagen en jaren. Dit is Gods kalender. Het spreekt me zeker aan, omdat ik de Bijbel momenteel onderzoek de plek van de Nieuwemaansdag.

Genesis 1:22 Een belangrijke lijn in deze Parasha en de bijbel is de ‘zegen’. Opvallend is dat de eerste keer dat het genoemd wordt,  de zeedieren, levende wezens, vissen en vogels de zegen krijgen. Op de 5e dag zegent Hij hen. De schepping van de dieren op het land krijgen niet de zegen. Het staat in ieder geval niet vermeld.

Genesis 1:24-31 Op de zesde dag wordt ook de mens geschapen. God kondigt dit eerst aan, samen met de opdracht om vruchtbaar te zijn, talrijk te worden en te heersen. Het bijzondere is dat ze naar Zijn beeld worden geschapen. In vers 27 noemt Hij dat tweemaal. Dat geeft aan dat het belangrijk is. God zegent de mens en het krijgt het predicaat: het was zeer goed. Overigens komt  de uitdrukking "Hij is goed" veelvuldig in een lied wie God is, terug. 

In de mens wordt Zijn levensadem geblazen (vers 2:7).

Genesis 2:3 De 7e dag wordt gezegend en geheiligd. Dat is de sabbat.

Genesis 2:8 Het hof van Eden ligt in het Oosten. Iemand attendeerde mij er op: let op de rol van het oosten in de bijbel. Vaak gebeurt er iets belangrijks. De ingang van de tabernakel was op het oosten gericht. In Ezechiël zal eens vanuit het oosten de heerlijkheid van God terugkeren in de tempel. Het oosten komt in deze Parasha terug bij Kaïn. Hij wordt naar het oosten gestuurd.

Genesis 2:20 Mooi moment dat de mens, Adam, de dieren namen geeft. Leuke opdracht.

Genesis 2:24 Opvallend vers is dit. Terwijl de mens en de vrouw nog geen kinderen hebben, wordt al gesproken van ‘het verlaten van de vader en moeder’. Een belangrijk principe.

Genesis 3:14 We zagen de lijn van zegen zich ontwikkelen. In dit hoofdstuk en met name vanaf dit vers komt de vloek. De slang wordt vervloekt. In vers 17 wordt de aardbodem vervloekt. Het blijft een vraagteken voor mij: de snelheid dat de vloek, schuld, schaamte, zonde de wereld die volmaakt was, binnenkomt.

Genesis 3:20 Daar is zo’n teken van een nieuw begin en Gods liefde. Hij maakte klederen voor de mens om hen te bekleden, te bedekken. Hun naaktheid, hun schuld, hun schaamte. Eens kwam er Iemand die als een Lam geslacht werd…

Genesis 4:16, 26 Opvallend is natuurlijk de geschiedenis van Kaïn en Abel. Kaïn ging weg van het aangezicht van de HERE! Het ergste wat de mens kan doen of overkomen. Kaïn ging ronddolen. Qain betekent 'klaaglied' en als je gaat ronddolen, dan ga je vaak klagen.

In dit hoofdstuk wordt de lijn van zonde en vloek nog meer zichtbaar, maar in de laatste verzen ook de lijn van leven, zegen en het nieuwe begin. De mensen begonnen de Naam van de HERE aan te roepen.

Genesis 5:24 Opmerkelijk is de vermelding dat Henoch wandelde met God, en opgenomen werd.

Genesis 6:7,8 De lijn van zonde en vloek gaat zo diep, dat God de mensheid wil uitroeien. Het gaat dwars door Zijn hart heen. Maar er is een nieuw begin: Noach.


In de hoofdstukken van Jesaja komt de worsteling van God terug, de lijn van zegen en vloek… en steeds weer de genade van God. Prachtige beschrijvingen wie God is: de Held, de Verlosser. Hier is een nieuw begin voor Israël, ook al zijn ze verdreven op de hele aarde.


Openbaring 22 is het einde van de Bijbel. Maar het is uiteindelijk het echte, nieuwe begin. Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde. De Aleph en de Tav.

Kom. Jeshua, kom! Wij verlangen naar het nieuwe begin!.